Een ode aan de stad door Tamara Baars

3 Minuten
Schrijvende hand

Lief Arnhem, een ode aan de stad is een project waarin bekende en minder bekende Arnhemmers een ode schrijven aan de stad. Hier lees je de brief van Tamara Baars.

Tamara Baars

Lief Arnhem,

Met wijd open ogen staar ik naar het lege hekje voor mijn portiekdeur. Vervolgens speur ik de andere hekjes voor het flatgebouw af. Veel fietsen, behalve die van mij.

Zo maakte ik kennis met je. Op de eerste dag dat ik officieel het ouderlijk huis in een klein Liemers dorp had verlaten en in de levendige wijk Presikhaaf was gaan wonen, werd mijn fiets gejat. Mijn vader, toen nog politieagent in jouw straten, had me gewaarschuwd. “Zet die fiets nou binnen. Dat slot hebben ze zo doorgeknipt.” Hij wist dat ik je zou onderschatten.

Ruim twintig jaar woonde ik in wijken die never a dull moment kenden. Ik deed in rap tempo ervaring op met menselijk gedrag dat mij tot dan toe onbekend was. Zo was er de buurman in Presikhaaf, in het bezit van twee naar ongewassen oksels riekende bouviers, die mij in onvervalst Ernems uitschold voor “kippennek” omdat we te veel lawaai maakten bij thuiskomst na een avondje stappen op de Korenmarkt.

En ik herinner me een nacht waarin ik plots rechtop in bed zat vanwege hard geschreeuw. Ik woonde inmiddels in jouw wijk Klarendal, tegenover een bruine kroeg (waar nu Sugar Hill zit, ga daar heen mensen). Zonder het licht aan te doen sloop ik naar het raam en loerde onder het rieten rolgordijn naar buiten. Een beschonken vrouw stond buiten voor de kroegdeur en gilde telkens opnieuw, zwaaiend op haar benen: “Hij mot noar buute komme!” Na enkele minuten kwam hij noar buute en hoekte haar neer. Einde gegil. De politie arriveerde kort erna, de vrouw werd overeind gehesen en ik ging weer naar bed.

Mijn eerste koophuis stond in Het Broek, waar ik jarenlang met veel plezier woonde en waar ik met evenzoveel plezier weer vertrok dankzij nieuwe bovenburen die elkaar de tent uitvochten. Mijn tweede koophuis, waar ik nu al zeven jaar woon, staat vlakbij Burgers’ Zoo en het Openluchtmuseum. Twee prachtige plekken om naar toe te gaan in een groene, overzichtelijke wijk waar de mensen elkaar op straat groeten en waar het not done is in joggingbroek boodschappen te doen. Wat ik wel doe overigens. Een enkele keer verlang ik terug naar het rumoer van Klarendal en Het Broek, maar als bijna-vijftiger bevalt de rust me eerlijk gezegd best goed.

Lief Arnhem, je bent de stad die ik dacht na mijn afstuderen weer te verlaten, maar die me nooit liet gaan. Ik raakte verknocht aan je parken, aan mijn vaste plekken als ’t Moortgat voor een speciaalbiertje, Mams voor meeneemkoffie en Luxor Live voor de broodnodige gitaarmuziek. In jouw gebouwen en straten kreeg ik mijn eerste baan, trouwde ik, werd moeder, verloor dierbaren, schreef en presenteerde mijn eerste boek, scheidde ik en leerde veel mooie mensen kennen. Mijn imitatie van jouw accent klinkt bijna als een local en hoewel je het dorp nooit helemaal uit dit meisje haalt, voel ik mij na al die jaren ook een Arnhems meisje. Voorlopig ben je nog niet van me af.

Liefs,

Tamara Baars
P&O-adviseur ArtEZ en schrijver

Heb jij tips?

Heb jij leuke tips of opmerkingen over dit bericht?  Laat het ons weten.

Gerelateerde berichten

Een ode aan Arnhem door Jeroen Glissenaar

2 Minuten
Schrijvende hand